The French Moniteu and London Examiner accuse the foreign powers in Japan of hypocrisy after the Kobe and Sakai incidents.
De Moniteu meldt, blijkbaar met veel zelfvoldoening, dat Frankrijk de verlangde voldoening van Japan heeft gekregen wegens den moord van een gedeelte der bemanning van een Fransch oorlogschip , dat in eene boot te Hiogo aan wal was gestapt. Behalve eene schadevergoeding van 150,000 piasters, door de Japansche regering toegekend aan de nagelaten betrekkingen der vermoorden en het vragen van vergiffenis door het Japansche gezag, zijn 20 Japanners, bestaande uit officieren, onderofficieren en andere personen, ter dood veroordeeld, waarvan elf hun vonnis ondergaan en de negen overigen kwijtschelding van de doodstraf bekomen hebben, op grond, dat er genoeg voldoening was gegeven. Inderdaad, het was genoeg, of lieter te veel. Waartoe toch zulk een bloedbad, als men de Westersche beschaving in gindsche landen wil leeren waarderen? Juist bij deze zaak had de Fransche gezant in Japan eene schoone gelegenheid gehad, om het grove onregt, bij een vorigen eisch om voldoening gepleegd, goed te maken. Kort te voren had namelijk een Fransch soldaat in beschonken toestand eene Japansche processie te Kobe gestoord, en alzoo het godsdienstig gevoel der Japanners ergerlijk gekwetst. Wegens deze daad werd de soldaat aangevallen en gewond en de Fransche gezant, op voldoening aandringende, verkreeg die van het Japansche gouvernement, dat zich niet sterk genoeg gevoelde om wederstand te bieden. Die voldoening bestond in niets meer of minder dan in de executie van den Japanner, die aan het hoofd der processie stond en een hoogen militairen rang bekleedde. De executie werd voorafgegaan door het opensnijden van den buik; doch eer de Japanner daartoe overging verklaarde hij, bjj de processsie slechts aan de wetten des lands gehoorzaamd en den pligt aan zijn vorst vervuld te hebben.
De Londenscha Examiner, hiervan gewag makende, zegt, dat de Japanner er bij kon gevoegd hebben, dat hij hetzelfde gedaan had, wat een Fransch kolonel zou gedaan hebben, als een Japanner het gewaagd had in beschonken toestand door de gelederen van een regiment soldaten te Parijs heen te breken. Men had dan ook veel medelijden met den Japanner, die het slagtoffer is geworden van de Fransche prikkelbaarheid en gezegd werd onkundig geweest te zjjn van de voorregten, die de vreemdelingen in Japan bezitten. De Examiner vergelijkt hierbij het gedrag van Engeland, dat in der tijd ook voldoening had gevraagd voor het feit, dat een Engelschman, de heer Meagher, in een der straten van Weenen door een officier onder gelijke, doch veel minder verschoonbare omstandigheden, werd doodgestoken. Op die vordering heeft de Oostenrijksche regering geantwoord, dat de officier slechts zijn pligt had gedaan, en hiermede liep de zaak af.
Source: Nieuwe Rotterdamsche courant: staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad. Rotterdam, May 19, 1868, pp. 1.
Published
Updated
Reference for Citations
Duits, Kjeld (). 1868-05-19 Hypocrisy of Foreign Powers, From Dejima to Tokyo. Retrieved on November 4, 2024 (GMT) from https://www.dejima-tokyo.com/archives/84/1868-05-19-hypocrisy-of-foreign-powers
There are currently no comments on this article.